IANSON, IAINSON
Deze naam kan zijn oorsprong hebben in "zoon van Ian", maar waarschijnlijk niet rechtstreeks.
Zie hiervoor ook de Letter J (Janssen & Johnson).
Ook aanneembaar is dat de naam voortgesproten is uit "L'anson", een naam die voorkomt in Engeland.
Als voornaam betekent "Anson", wat "zoon van een edelman" betekent. Waarschijnlijk is hier de familienaam L'anson van afgeleid. Maar An-son zou ook verklaard kunnen worden als "zoon van An of Anne". Maar Anne was geen veel voorkomende voornaam in het Middeleeuwse Engeland.
In Schotland kwam wel de familienaam "Anisoun" voor, dus dat is ook een mogelijkheid. Ook aanneembaar in de middeleeuwse context is "zoon van Agnes" (Annis).
Maar Ianson is afgeleid van de mannelijke voornaam Iain, van het Gaelic "Eoin", zelf een vorm van de Hebreeuwse Johannes (Ioannes).
Het betekent in zijn Griekse vorm Ioannes "God is genadig" of in zijn Hebreeuwse vorm "de door God begenadigde".
Ian of Iain wordt ook uitgesproken als Jan, de Nederlandse versie van John en daarom verschijnen Janson en l'anson vaak samen in dezelfde registers. Voorbeelden zijn onder meer John Janson of l'anson, in het Register van de Vrijen van de stad York, gedateerd 1569 tot 1673. Uiteindelijke afgeleid van Jochanan, wat betekent "Jehovah heeft mij begunstigd met een zoon", dankt de naam zijn populariteit onder de christenen aan twee belangrijke nieuwtestamentische karakters: dit waren Johannes de Doper, de neef van Christus en Sint Johannes de Evangelist, bekend als "de geliefde discipel". Enkele van de belangrijkste vormen van deze enorm populaire voornaam in groot-Brittannië zijn de Welshe Evan en Ionan, de Schotse Iain, Ian en Eoin en de Ierse sean of Shaun. Voorbeelden van registratie zijn die op 24 januari 1608 van Margaret Ianson, die werd gedoopt in Kendal in Westmorland en op 24 december 1759, John l'anson en Jane Evans, die trouwden in St. Marys in Nottingham. John Bankes l'anson, de rector van Corfe Castle in Dorset, stierf op 28 oktober 1799. Door de eeuwen heen zijn achternamen in elk land zich blijven "ontwikkelen", wat vaak leidde tot verbazingwekkende varianten van de originele spelling.

INGLIS

(INGLISH, INGLYS)
De oorsprong van deze familienaam gaat terug naar de tijd van Britse Angelsaksische stammen.
Eén van de eerste clanleden was afkomstig van Engeland, waardoor hij deze naam kreeg om aan te duiden dat hij van Engeland kwam. De naam is afgeleid van het Oud-Engelse woord "Englisc", eerder gebruikt om de Engelsen te onderscheiden van de Saxen.
Eén document refereert naar een aanval in 1541n waarin beschreven wordt dat de aanvallers bestonden uit 52 "Inglimen".
De naam werd ook gebruik om aan te duiden dat de persoon (personen), wonende in de Engels/Welshe grensstreek NIET afkomstig was (waren) uit Wales, net zoals "Non-Celtic Scot" om dezelfde reden gebruikt werd in de Schots/Engelse grensstreek.


INGRAM
Gerelateerd met de "Calhoun"-clan.

INNES
(INNIS, INNICE, INNISS)
Deze familienaam zou afgeleid zijn van een streek, genaamd "Baronie van Innes", die gelegen was in Moray. De naam hoort bij de categorie van de plaatsnamen.
"Innes" is een afgeleid van het Gaelic woord "Ines", wat betekent "eiland gevormd door twee afsplitsingen van een rivier".
De naam kwam het eerst voor in Morayshire, waar zich ook sinds lang de familiezetel bevond. 
De voorvader van deze clan was een zekere Berowaldus Flandresis, die in 1153 landerijen in Innes (provincie Elgin) verkreeg van koning Malcolm de vierde.
De originele baronie was een eiland, gevormd door twee rivieren. Berowaldus was waarschijnlijk een hoog aangeschreven Vlaming. In akten uit 1226 (van koning Alexander de twee van Schotland) staat Berowaldus' kleinzoon, Walter van Innes als eigenaar van deze eigendommen genoteerd.

INTOSH
(Kyntosh, Intosh, Intoch, Toshe, Tosh, McKyntosh, McKintosh, McKintoisch, McKintoch, McIntosh, McComtosh, McKintowse, McIntosh, MacKyntosh, MacIntoch, MacIntosh, McIntoch, Mackintowse, MacKintosh)
Zie "MacINTOSH".

INTYRE
De naam kwam het eerst voor in Argyllshire (Gaelic: Erra Ghaidheal), de streek die ruw geschat overeenkwam met het oude koninkrijk Dál Riata (Dalriada), in de streek van Strathclyde, nu onderdeel van Argyll en Bute. Hier zou, volgens de legende, Maurice (Murdock) The Wright de eerste MacIntyre chief zijn geworden, als erkentelijkheid om zijn nonkel Somerled, koning van Argyll en de Western Islands, te hebben geholpen.
Zie ook "Wright"


IRSKINE
(IRSCHEN)

Zie "Erskine"


IRVINE
(IRWIN, IRVING, IRWING, IRWRYN) 
In het oude Schotland, was Irvine een Strathclyde-Britse naam voor iemand die OF woonde en leefde in de parochie Irving in county Dumfriesshire OF in het plaatsje met de naam Irvine in Strathclyde.
De naam kwam het eerst voor in Dumfriesshire (Gaelic: Sioirrachd Dhùn Phris), een zuidelijk gelegen streek bij de grens met Engeland, wat tegenwoordig deel uitmaakt van Dumfries n Galloway. Behorende tot de familie Iore, stammen deze familienaam af van Duncan de eerste van Eryvine, die geddod werd tijdens de slag van Duncrub in 965. De archieven vermelden als eerst officiële notitie "William de Irwin", medestrijder van koning Robert The Bruce. William verkreeg landeigendommen, die het Forest (woud) van Drum, bij de oevers van de rivier de Irvine, omvatten. Hier bouwde hij ook Drum Castle wat voor eeuwen de clanzetel werd. Oorspronkelijk heete deze rivier "Lar Avon", of West River (westelijke rivier). Robert de Hirvine, nakomeling van die William, werd vermeld in een Charter in 1226, toen hij hoorde bij de clan Douglas. In de periode 1331 - 1333 verkreeg deze familie nog meer grondeigendommen en tegen het 1400 waren ze een heel voorname en overheersende familie. De clanchief van de Irvines was de aanvoerder van zijn clanleger in de Slag van Harlaw in 1511. Sir Alexander Irvine werd hier gedood. Er werd over hem verteld: "Eer aan Sir Alexander Irvine, de vermaarde Laird van Drum".


INYANEY
(INNIENEY, INYONEY, INYANEE)
Zie "Annand"