HAIG
(HAIGH, HAGUE, HAIT, HAIGHT, HATE, HAGA)
De voorname en oude achternaam Haig is oud-Engels in oorsprong en gaat terug tot de middeleeuwen, toen het eiland Groot-Brittannië werd bewoond door de Angelsaksers. De naam is afgeleid van de Oud-Engelse 'haga' of het Oud-Noorse 'hagi', die beide 'bewoner bij de 'haw' (omheining, haag) betekenen. Het is waarschijnlijk dat de naam voor het eerst werd gedragen door iemand die in de buurt van een haagveld of omheining leefde. Hoewel de naam nu wordt uitgesproken als een éénlettergreep, werd deze oorspronkelijk uitgesproken als twee, zoals te zien is aan de spelling "Hag-hij". Hoogstwaarschijnlijk was de tweede lettergreep een hard "g" -geluid; de naam werd waarschijnlijk uitgesproken als "hah-geh".
De achternaam Haig werd voor het eerst gevonden in Yorkshire, waar Jollan de Hagh werd geregistreerd in 1229. De Schotse tak woonde vele eeuwen in Bemersyde na hun aankomst in Schotland.


HAGHENLEK
Zie "Auchinleck"


HAMILTON
(HAMELTON, HAMELDON, HAMILDON, HAMYLTON, HAMBLETON, HAMELDONE)
Hambledon betekent “kromme heuvel” en verschijnt als plaatsnaam in Hampshire, Surrey en Dorset, met de varianten Hambleton en Hambleden in andere Engelse graafschappen.  Wat ook zijn exacte woonplaats weze mag, er was in ieder geval een zekere "Walter Fitz Gilbert de Hameldone" die eigendommen bezat in Renfrewshire tijdens de Onafhankelijkheidsoorlogen.  Voor de betoonde diensten voor Robert The Bruce werd hij rijkelijk beloond door de Comyn landgoeden in Lanarkshire ten geschenke te krijgen, eigendommen die zijn naam kregen, net als de moderne stad “Hamilton”.
Als resultaat van een huwelijk met iemand van het koningshuis in 1474 werd hij de 2de Lord Hamilton “Graaf van Arran”, zijn opvolger werd “Markies van Hamilton” en de 3de Markies werd de eerste “Hertog van Hamilton”.

HANNAY
(ACHANY)
Zie ook "Achany".

HARMESTRANG
Zie "Armstrong".


HARSKIN
Zie "Erskine".


HARDY
(HARDIE, HARDY, MacHARDIE, HARDEY, MacHARDY, GARTNAIGH, GRATNEY, MacCARDNEY, MacCARDAY)
Zie "MacHARDIE". 

HAY
(HAYE, HAYA)
De naam heeft geen uitstaans met gedroogd gras, maar is afgeleid van een plaats in Normandië, genaamd “La Haye” (wat op zich weer afgeleid is van “haie”, wat “haag” betekent.
De eerste persoon met deze naam in Schotland was William de Haya, die eigendommen verkreeg in Errol (Carse of Gowrie) van William the Lion bij het einde van de twaalfde eeuw.
De familie steeg snel in achting, waardoor er weldra hoge functies door hun leden bekleed werden, zoals deze van “Lord van Errol” en “Lord High Constable”.
Andere takken vande familie hadden dan weer de graven van Kinnoull en de Markies van Tweeddale bij hun nazaten.  De clan Hay heeft haar hoofdkwartier in Delgatie Castle.
De naam behoort nog bij de meest bekende van Schotland.  Omdat er geen andere taalkundige oorsprong van het woord “Hay” is, mogen we er rustig van uitgaan de de huidige Hays allemaal afstammen van de Normandische avonturiers.


HEART
(O'HART, HARTE, MacART, MacCart, McCART)
De Ierse naam Heart werd oorspronkelijk geschreven in een Gaelische vorm als "O' Hairt", wat een afstammeling van Art impliceert.
De achternaam Heart werd voor het eerst teruggevonden in County Meath (Iers: An Mhí), vroeger een deel van het koninkrijk Brega, gelegen in Oost-Ierland, in de provincie Leinster, waar ze zich in het zuidelijke Ui Neill woonden. Vóór de Anglo-Normandische invasie van de 12e eeuw stonden hun leiders bekend als de heren van Teffia.
Ondanks dat de naam Iers van oorsprong is, wordt hij wereldwijd teruggevonden, voornamelijk in Schotland, de Verenigde Staten en Australië.

 

HEKMAN
Zie "Aikman".

 

HEMAN
Zie "Shewan".


HENDERSON
(HENREYSON, HENRYSON)
Volgens de traditie heeft "Big Henry", een bijnaam voor "Eannig Mor Mac Righ Neachtan", zoon van koning Nectan, heerser van Caledonië, in de 8ste eeuw, de clan Henderson gesticht.
De naam Henry is reeds sinds lang een populaire voornaam en verschijnt in deze vorm in Schotland ook als familienaam., in het bijzonder in Ayrshire en Fife.  De oorsprong van het woord is terug te vinden in de Oud -Duitse “heim reich”, wat zoveel betekent als “baas in huis”.
Het verschijnt ook in de vorm Henryson (de naam van een van de grootste Middeleeuwse dichters.  Omdat in de Schotse taal de letter “d” regelmatig wordt bijgesleept, verkregen we de namen Hendry en Henderson.
De Hendersons waren nooit een clan in strikte betekenis, maar er zijn drie verschillende familietakken.  De meest bekende is Henderson of Fordell in Fife (de eerdere naam was Henryson en kwam van Dumfriesshire). Men noemt deze de "Lowland Hendersons".
In 1374 xordt een William Henderson vermeld als Chamberlain van Lochmaben Castle, plichtig aan Edward III van Engeland. 
In het verre noorden had in de 15de eeuw een clanhoofd van de familie Gunn een zoon, die de basis was voor een Henderson familie in Caithness. 
Er was ook een Henderson sept bij de MacDonalds van Glencoe. 
Zij ontleenden hun naam aan de verengelste versie van de Gaelische naam "Maceanruig" (McEnroe). De moderne versie van deze naam is McKendrick.
Traditioneel vormden ze de lijfwacht voor de MacIan Macdonald Clanchiefs van Glencoe.
Toen het bloedbad van Glencoe plaatsvond in 1692 behoorde "Big Henderson van de Chanters", de piper van de chiefs, tot de doden.
De benaming sept mag niet te pas en te onpas gebruikt worden.  Het is een strikte vorm van bloedverwantschap met de clanchief, evenwel met een verschillende familienaam.
De Hendersons waren dus de oorspronkelijke Glencoe stam, maar toen de titel van chief werd toegewezen aan een erfgenaam met een andere naam (MacDonald), verkreeg deze een waardige plaats in het clanleven.
Alexander Henderson van Fordell (1583-1646), was een professor in de filosofie en was fel gekant tegen de poging van Charles I om de Church of Scotland te hervormen. Hij was verantwoordelijk voor het opstellen van de Solemn League of Covenant in 1638. Thomas Henderson (1798-1844) werd geboren in Dundee en werd de toonaangevende astronoom van Schotland.
In de lage landen zijn er namen met dezelfde betekenis, o.a. Henkens, Henckens, Heinkens, Heineken, Heinkens, Heyndricks, Heindriks, Hendrix, Hendrikx, Hindrikx, Hensgens, Henskens, Henckens, Heuters, Heynckens, Hennekens, Henneke, Hennekinne, Hennekein, Hennequenne, Hennecke, Hennecken, Henekens, Henike, Henikenne, Hénique, Hinnekens, Hinnekint, Hennekei, Hennekij, Henken, Henke, Henkes, Hinkens, Hintjens, Hintjes, Ennekens, Enneking, Enneckens, Enkens, Henkin, Henkinet, Henquin, Hennequin, Henquinez, Henqiaux, Hencquin, Hanquine, Hanquinet, Hanquiauxn, Hanquau enz...., die allemaal betekenen: zoon van (nog duidelijk in de "ens" vorm bij "Henkens" -  "ens" is hetzelfde als "soons" of "zoon van" ... Hendrik, Hender, Henk, Hein.
Om bovenstaande reden heb ikzelf gekozen voor de Henderson tartan, maar uiteraard is er geen enkel verband met de Schotse Hendersons.


HEPBURN
(HEIGHBORNE, HAYBOURNE, HAYBOURN, HAYBIRN, HAYBYRNE, HEIGHBURN, HEIGHBYRNE, HEIGHBIRN, HEPBOYRNE, HEPBIRN, HEPBYRNE, HEIGHBOURNE, HEYBURN, HEBBORNE, HEBBOURNE, HEBBIRN, HEBBYRNE, HEBBOORNE)
In het oude Schots-Engelse grensgebied woonden de voorouders van de naam Hepburn onder de Boerniciërs. Ze woonden in Durham maar verhuisden in 1329 noordwaarts naar Chillingham in Northumberland, waar ze woonden in het dorp Hebburn in de parochie van Chillingham.
De familienaam Hepburn werd voor het eerst teruggevonden in Northumberland. Thomas de Heburn stond in 1279 genoteerd in de Assize Rolls voor dat graafschap. Ze floreerden hier van 1271 tot in de 18e eeuw, toen de familiereeks eindigde met een erfgename. Adam de Hepburn (de Hylburne) was de eerste van de rij. Een versie van het verhaal gaat dat Hepburn een gevangene van de graaf van Mars was, die hem bevrijdde en hem land gaf voor 'goede en trouwe dienst' nadat hij het leven van de graaf van de aanval van een wild paard. Deze landeigendommen bevonden zich in East Lothian en de familie verwierf in de daaropvolgende eeuwen steeds meer landeigendom.


HERD
(HEARD, HIRD, HURD)
In landelijke gebieden van Schotland betekent dit woord eerder “herder” dan “kudde”.
In vroegere tijden, toen er niet zo veel hagen waren en hekwerk onbestaande was, was de enige mogelijkheid om de dieren te hoeden en te beschermen tegen aanvallers, iemand aan te werven om ddeze taak uit te voeren.  De herder had een vitale taak, wat ons de familienamen Herd en Hird opleverde.
Er waren verschillende kuddes en elke kudde had zijn eigen herder.  De familienaam Shepherd is de meest bekende naam in dit verband.  We hebben ook nog de naam Coward (koe-herder), maar dit is eerder ongebruikelijk.  Dan waren er ook nog herders van kalveren (Calvert), van ossen (“stod” in het Engels, wat de naam Stoddart opleverde), van veulens (“colt” - Coltart en Coulthard), van varkens (“hog” - Hoggart) en van hamels (gecastreerde rammen, “wether” - Weatherhead).
De meeste van deze beroepen zijn tegenwoordig verouderd, maar deze familienamen zijn een blijvende herinnering aan het Schotland van weleer.

HERON
(HERRON, HAIRUN)
De oude naam Heron is een Normandische naam die in Engeland zou zijn ontwikkeld na de Normandische verovering van Engeland in 1066. Deze naam was een naam die werd gegeven aan een persoon met lange benen of een lange gestalte. De naam Heron is afgeleid van het Oud-Engelse woord "heiroun", wat reiger betekende. Ook hier weer beschreven bijnamen en  achternamen vaak sterke eigenschappen of kenmerken van dieren. In het voorchristelijke tijdperk werden veel heidense goden en halfgoden voorgesteld als een mengeling van dieren en mensen, zoals de Griekse god Pan, die de god van kudden (kuddes) was en werd voorgesteld als een man met de benen, hoorns en oren van een geit. In de Middeleeuwen werden antropomorfe ideeën, die menselijke eigenschappen en vorm toeschrijven aan goden of dieren, gehouden over de karakters van andere levende wezens. Ze waren gebaseerd op de gewoonten van het wezen. Bovendien werden deze associaties weerspiegeld in volksverhalen, mythologie en legendes waarin dieren werden afgebeeld die zich als mensen gedroegen.
De achternaam Heron werd voor het eerst teruggevonden in Northumberland in Thornton, een gemeente in de parochie van Norham, unie van Berwick-upon-Tweed. In deze plaats lag het landhuis en de residentie van een familie genaamd Heron.
Sir John Hairun volgde in het spoor van Willem de Veroveraar en bezat Ford Castle en een zeer goed landgoed. Er is een gemeente in het arrondissement Rouen genaamd Le Heron, maar het lijkt niet of dit de bakermat van deze familie was.
En in de parochie van Ford, Northumberland, werd een andere vroege notitie gevonden. Aan de westkant van het dorp ligt Ford Castle, in 1287 gebouwd door Sir William Heron en herbouwd door wijlen Lord Delaval. Twee torens, de overblijfselen van het voormalige kasteel, zijn in de huidige structuur behouden. Het kasteel werd afgebroken door de Schotten in 1385.
De Yorkshire Poll Tax Rolls van 1379 omvatten: Ricardus Herun, Emma Herun en Agnes Herun.


HIRSKINE

Zie "Erskine"


HOG
(HOGG, HOGGE, HOAG, HOGUE, HOIG)
De naam Hog werd voor het eerst gebruikt door Viking-kolonisten in het oude Schotland. Het was een naam voor een voorzichtig en verstandig persoon. In Engeland is deze naam is afgeleid van het dier (varken) en is er een metonymische achternaam (een achternaam afgeleid van het hoofdobject geassocieerd met een handel of beroep). In Schotland is het afgeleid van het oude Engelse woord "hoga", wat verstandig betekent. Een brede en diverse klasse achternamen, bijnamen en achternamen verwijzen naar een kenmerk van de eerste persoon die de naam heeft gebruikt. Ze kunnen de favoriete kledingstijl, het uiterlijk, de gewoonten of het karakter van de drager beschrijven.
De achternaam Hog werd voor het eerst gevonden in Durham, waar ze zich al in zeer oude tijden vestigden, sommigen zeggen ruim voor de Normandische verovering en de aankomst van Duke William (Willem de Veroveraar) in Hastings in 1066 na Christus.


HOME
(HUME)
De namen Hume en Home zijn van dezelfde enorm krachtige grensfamilie. Afkomstig van de Saksische prinsen van Northumberland worden Cospatrick, graaf van Dunba en zijn tweede zoon, Patrick verondersteld stamvaders van de familie te zijn. Zijn afstammeling Aldan was de eerste die de naam Home in Berwickshire koos om rond 1172 Aldan de Home te worden.
Tegen 1266 wordt William de Home opgenomen in het Coldstream-klooster met landsubsidies. De naam van Geoffrey de Home staat op de Ragman Roll . Geoffrey's zoon, Sir Thomas, verwierf het landgoed Pepdie van Dunglass toen hij met de erfgename trouwde.
In 1473 verwierf de 1ste Lord Home zijn titel (Sir Alexander). Hij stierf in 1491. Tijdens zijn leven richtte hij de collegiale kerk van Dunglass op. Hij was een ambassadeur in Engeland en behoorde tot degenen die het bloed van James III in handen hadden in 1488 .
Ondanks het feit dat hij de voorhoede van Schotse ridders op Flodden fields had geleid, werd de 3de Lord Home, Alexander, schuldig bevonden aan verraad tegen de Regent Albany door samen te werken met de Engelsen. De hoofden van hemzelf en zijn broer werden gespietst in de Tollbooth van Edinburgh.
In de tijd van Mary, Queen of Scots, was de trouw van veel families in deze turbulente politieke tijden zeer onzeker. In 1560 steunde de 5de Lord Home de Reformatie. Later was hij vóór het huwelijk van Mary en Bothwell. Tegen de tijd van de Slag om Langside leidde hij zijn mannen tegen Mary en bewerkstelligde zo haar opsluiting in Lochleven.
In 1573 werd hij beschuldigd van verraad tegen James VI en bracht hij de rest van zijn leven door als gevangene in Edinburgh Castle. Zijn zoon was echter zijn hele leven een vaste voorstander van James VI en vergezelde hem op zijn reis naar de troon van het nieuwe koninkrijk. Zijn toewijding leverde hem de titel van Graaf van Home op in 1605.
In de Jacobitische opstand van 1715 was de 7de graaf een Jacobitisch sympathisant en werd hij gevangengezet in Edinburgh Castle. Bij de tweede opstand in 1745 koos de 8ste graaf echter de zijde van de regering. Hij steeg naar de rang van luitenant-generaal en werd gouverneur van Gibraltar.
Meer recentelijk moest de 14de graaf zijn erfelijke afkomst afwijzen om de functie van premier van het Verenigd Koninkrijk te mogen bekleden. Sir Alec Douglas Home stierf in oktober 1995.


HORN
(HORNE, ATHORNE, ATHORN)
De naam Horn komt van één van de families waarbij iemand objecten uit hoorn heeft gesneden of muziekinstrumenten heeft gemaakt. Deze naam werd ook gegeven aan een persoon die werkzaam was als hoornblazer. In de middeleeuwen werden arbeiders vaak opgeroepen om te werken door het blazen van een hoorn. De achternaam Horn kan ook een patroniem zijn en afgeleid van de persoonlijke naam Horn. Het kan ook een lokale naam zijn die wordt gegeven aan iemand die in één van de nederzettingen van Horne in Rutland, Somerset of Surrey woonde, of in de buurt van een bocht, uitloper of landtong.
Een andere bron merkt op dat de naam een bekende oude Engelse persoonlijke naam is, waarschijnlijk van Noorse afkomst. Aluuin Horne werd vermeld in het Domesday Book van 1086.
De achternaam Horn werd voor het eerst teruggevonden in Middlesex en Hertfordshire, waar Alwin Horne land hield vóór de opstelling van het Domesday Book. De naam Horn of Horne, momenteel goed vertegenwoordigd rond Wisbech, wordt ook teruggevonden in Kent. Hij kwam ook voor in deze twee provincies in de 13de eeuw, evenals in Londen, Suffolk, Sussex, Oxfordshire, Cambridgeshire , Hunts, Northamptonshire en Wiltshire.
De Hundredorum Rolls uit 1273 vermelden: Adam Honi in Wiltshire, Henry Horn in Northamptonshire, Walter Horn in Oxfordshire en Roger de Horne in Kent. In Somerset vermeldde Kirby's Quest: William atte Horn en Thomas atte Home, temp 1 Edward III (in het eerste jaar van het bewind van Edward III).
Verder naar het noorden werd "John Horn geslagen en met kwaad behandeld aan de grens, 1279." De "grens" waarnaar verwezen wordt, was inderdaad de beruchte grens tussen Engeland en Schotland en gebeurtenissen zoals deze hebben de inval van koning Edward I in Schotland enkele jaren later in 1296 mogelijk versneld.


HORROX
(HORROCKS, HORROCK)
Zie "Orrock"


HUGHES
(HUGH HEWS, HUGHS, HUES, HUSE, HEWITT, HOWAT, HOWIE, HUTCHEON, HUTCHINSON, HUTCHESON)
Normaal wordt aangenomen dat deze naam Welsh van oorsprong is, met een grote verspreiding in Engeland.
Niettegenstaande dit behoort de familienaam Hughes tot de meest voorkomende in Schotland.
Hughes betekent: zoon van Hugh en is verwant met “Hugo”..  Het stamt af van het Oud-Duitse “hugu”, wat “hart” of “geest” betekent.  De typische Schotse spelling van Hugh is "Hew" met de afgeleiden Hewitt, Howat en Howie, allemaal vertrouwde Schotse namen, maar niet zo verspreid als Hughes.
De oude Franse vorm van Hugh was Huchon, in het Schots (verkeerdelijk) uitgesproken als Hutcheon.  Hier stammen dan weer de namen Hutchinson en Hutcheson van af, met de Hooglandvorm MacCutcheon.
Hierdoor betekent MacCutcheon precies hetzelfde als Hughes, maar McHugh is verschillend, want dit is afgeleid van het Ierse “zoon van Aodh” (zie ook MacKay).


HUNTER
(HUNTERS)
De naam Hunter komt uit het koninkrijk Dalriada in het oude Schotland. Het was een naam voor een persoon die werkte als jager of iemand die betrokken was bij de jacht. Deze naam is afgeleid van het Latijnse woord "venator".
De achternaam Hunter werd voor het eerst teruggevonden in Ayrshire (Gaelic: Siorrachd Inbhir Àir), voorheen een graafschap in de zuidwestelijke Strathclyde-regio van Schotland, dat vandaag de Raadsgebieden van Zuid-, Oost- en Noord-Ayrshire vormt. Maar hoewel de Schotse geschiedenis ze in dit gebied plaatst, moeten we niet vergeten dat deze clan vóór de 5de eeuw reeds haar familiezetel had in de graafschappen Derry en Tyrone, in Ierland. De stamhoofden stamden af van koning Colla da Crioch. Toen ze rond de 5de of 6de eeuw naar Schotland verhuisden, kregen ze van de Grahams in Polmood landeigendommen.

HUTCHESON
(HUTCHISON, HUCHISON)
Zie "Hughes".