EBERCROMBIE
Zie "Abercrombie"

EDMONSTONE
(EDMONDSON, EDMONSON, EDMINSON, EDMINSTON, EDMESTON, EDMONDON)
Deze naam is afkomstig van de trotse boerenclans uit de Schots-Engelse grenstreek.
Hij is afgeleid van de voornaam "Edmond". Het is een patronieme achternaam door afstamming. Veel patroniemen zijn gevormd toen een zoon zijn vaders voornaam ging gebruiken als familienaam. Ook werden de namen van bekende wereldlijke of kerkelijke personen soms overgenomen.
Leden van de Edmonsone familie in Schotland zijn overgekomen uit Engeland, na de Noorse inval in Engeland in 1066.
De naam kwam het eerst voor in Edinburgshire, een voormalige provincie, nu deel van de Midlothianstreek. In Edinburghshire bevond zich ook de familiezetel, waar ze ook landerijen verkregen van Queen Margaret van Schotland. De naam is afgeleid van de plaatsnaam Edmondstone bij Edinburgh.
Hij zou afgeleid zijn van de naam "Aedmund flilius Forn", die als getuige werd vermeld in een oorkonde van Thor Filius Swani, rond 1150.

EDGAR
Zie "Adair"

EDZEAR
Zie "Adair"

ELLIOT
(ELLIOTT, ELIOT, ELIOTT, ELLEGETT, ELLEGOT, ELLECOT, ELLACOTT, ELLACOT, ELLGATE, ELLETT, ELLIT)

Er zijn niet minder dan zeventig verschillende spellingswijzen van deze bekende familienaam uit de Borders (grensstreek), gaande van Allat tot Ellwood.  Waarschijnlijk is het afgeleid van het Oud-Engelse “Aelfwald” (elfenkoning).
Het was voornamelijk een voornaam in de Borders.  Vanaf de vijftiende eeuw werd de naam méér en méér als familienaam gebruikt en steeds minder als voornaam.
Het is niet helemaal correct als we spreken over een Border “clan” (een begrip dat eerder thuishoort bij de Keltisch sprekende Highlanders), maar toch leefden families als de Elliots en de Armstrongs “met het zwaard”, op een wijze die ons doet denken aan de Highlanders.  Ingehuurd door de centrale regering om de grensstreek te beschermen, verloren ze hun nut na de Union of the Crowns (vereniging van de Engelse en Schotse kroon).
De oudste afdeling van de Elliot “clan” was deze van de Stobs, een baronet in de achttiende eeuw.  Een andere afdeling werden de baronets van Minto. De schrijfster van de muziek van “Flowers of the forest”, Jane Elliot, stamde af van deze tak.

 

ELPHINSTONE
(ELPHINSTON, ELPHINGSTON)
De familienaam Elphinstone kwam het eerst voor in de Midlothian, waar ze landeigendommen verkregen van koning Robert de Eerste van Schotland.
Elvington is een parochie in East Riding of Yorkshire. Deze plaats ontleent zijn naam aan de vroegere palingvisserij in de streek, maar volgens anderen is het afgeleid van Aluf (Latijn: Alveus), een Sax, aan wie Elvington, toen geschreven als Alvintone, wordt toebedeeld.

ENGLISH (ENGLYS)
Zie "Inglis"

ENGUISH
Zie "Angus"

ENSTROTHER
Zie "Anstruther"

ERBUTNOTT
Zie "Arbuthnot"

ERNOT
(ERNOTT)
Zie "Arnott"

ERSKINE
(ARASCAIN, ERSKIN, ERSKEN, IRSKINE, IRSCHEN, HARSKIN, YRSKIN)
Van alle volkeren in het oude Schotland, waren de Strathclyde-Britten de eersten die deze naam voerden. Deze naam werd gegeven aan bewoners die dichtbij de Clyde woonde, een rivier bij Glasgow.   De naam van deze dorpsgemeenschap is afgeleid van het Gaelic "Air an sgian" (Eris-Skyne), dat "op het mes" betekent. Er is een legende die vertelt dat een Schot, onder het commando van Malcolm de Tweede, deze zin uitte nadat hij een Deense vijand Generaal Enrique doodde in 1346 bij de Slag van Murthill (bij Forfar). Hierbij toonde hij het hoofd van de generaal aan Malcolm II.
De naam Erskine kwam het eerst voor in de plaats Erkskine in Renfrewshire (Gaelic: Siorrachd Rinn Friù), een historische provindie in Schotland, heden toebehorende tot East Renfrewshire en Inverclyde, in de Strathclyde streek in zuidwest Schotland.
In het jaar 1225 schonk koning Alexander de Tweede eigendommen aan Henry de Erskine, die de baronie van Erskine beheerde. Sir John Ireskin zwoer een eed van trouw aan koning Edward I van Engeland in 1296. De namen van leden van de Erskine familie komen ook voor in andere documenten en archieven tijdens de 13de eeuw en nadien. Enkele van de meest interessante archiefstukken tonen aan dat Henry de Erskyn officieel getuige was bij het bekostigen (en laten bouwen) van een kerk bij de Abdij van Paisley door de Graaf van Lennox (in 1491) en dat een zekere Robert Erschin het ambt bekleedde van "Canon van Glasgow).

ERWIN
(ERWING, ERWYNN, ERVINE, ERVIN, ERWYNN, ERWINE, URWIN, IRWING, IRWRYN, URVING)
Zie "Irvine"


EYTUN

Zie "Aiton"